zondag 19 april 2009

Eilen (if you catch me stealin') Jewell

De artieste die mij vorig jaar het meest heeft verrast is Eilen Jewell. Zij speelde op het grote pdium tijdens het Blue Highways Festival. Samen met o.a. Greg Brown, Iris Dement en Dayna Kurtz. Als ik op dit moment mijn ogen sluit koekt het stof mij nog dik aan in de neusgaten, en zie ik haar in de verte weggalopperen, blonde haren in de warme wind.

Diep weggezakt in het rode pluche van de Vredenburg Leidschenrijn weet Jewell in een lome, hete spanning een fantastische set neer te zetten, waarvan de kleren je zwaarbezweet tegen het lijf plakken. Vanuit mijn stoel zie ik de lucht boven het podium trillen, alsof ik zo vanuit de zaal de woestijn in kan lopen.

Ze is net niet knap, scheve ogen, asymmetrie. Ze heeft wat, wulps jurkje, chique geëmbroyeerde cowboylaarzen en een gehavende gitaar. Ze is even mellow als een perenboom in een boomgaard op de mooiste dag van het jaar. Kabbelend water. Perenbomen bloeien wit.

Haar band maakt het af. Met zorg gekapte vetkuiven, staande bas, solerende gitarist. Jaren vijftig, bruin café, Billie Holiday, slow-dance.

Eind april komt zij met haar derde plaat. Haar eerste, Boundary County (zelden te koop te vinden) is van een zeer hoge kwaliteit, en lijkt uren te duren, terwijl de NAD C425 toch slechts 43:25 klokt. De tweede, Letters from Sinners and Strangers heeft iets meer up-tempo en past eveneens in de categorie: raampjes naar beneden, 60 km/u, en ruik de bloesem in de Friese wouden.

Deze derde heet Sea of Tears en koop ik natuurlijk meteen bij verschijning. Dat wordt van de zomer vergeefse pogingen doen om de lome warmte het huis uit te krijgen. Nu al geniet ik heimelijk van die vreugde.