Als ik er eindelijk in slaag uit de lange en verdovende waas van beelden en geluiden te ontsnappen staat de wekkerradio op 06.21. Een lege droom gonst na in mijn hoofd. Op het nachtkastje staat een glas met daarin een laatste slok whiskey, van, naar alle waarschijnlijkheid, het begin van de nacht. Terwijl ik het glas pak en de inhoud achterover sla hoor ik de lift suizen, ping, gedempte voetstappen en gelach op de gang.
De plek naast mij is leeg, op een lichte afdruk van een lichaam na. Er is geslapen, en aan mijn lijf te voelen, meer dan dat. Verder bewijs daarvan kan ik niet ontdekken. Op de vloer zie ik een lichtschemering van onder de deur van de badkamer komen. Mijn blik dwaalt over de vloer, van het bed richting de deur. Langzaam daagt mij de geur, het zijn, van de vrouw in de zwarte jurk. Ik zie natte sporen ontstaan, ze naderen mij, een voor een, onzichtbare voeten die water achterlaten.
Ik doe mijn ogen dicht, leun achterover, en wacht op wat gaat komen.
foto door Francesca Woodman
