dinsdag 12 juli 2011

Tegendruk

8.45. Als ik mijn ogen open doe ben ik alleen. De gordijnen zijn open en laten een zacht ochtendschijnsel toe. Ik ben alleen maar ik voel aanwezigheid. De telefoon gaat. Een keer. Dan is het weer stil. Ik kijk naar de vloer. Hoewel deze droog is zijn er lichte vlekken achtergebleven van wat ik dacht dat een droom was. Geen droom, wat dan wel? De aanwezigheid die ik voel is dezelfde als eerder vanochtend, of later vannacht. De aanwezigheid die hoort bij de natte maar onzichtbare voeten. 

Ik kleed me aan. Kijk in de spiegel, maar zie slechts de schaduw die het glas weerspiegeld. En nu? Eten. Ik loop de doffe gang op, ik stap in een geluidsvacuüm en kom een andere tijd binnen. In de lift klinkt muziek. Nietszeggende muziek van pianotonen, willekeurig achter elkaar geplakt. Ik eet alsof ik in geen dagen gegeten heb. Drink koffie alsof ik in geen dagen koffie had gedronken. Dan doe ik een ontdekking. Ik ben de enige in de eetzaal. Geen hotelgast, geen serveerster of wie dan ook te zien. Geen geluid, geen gerinkel van kopjes uit de keuken. En nu ik er op let, geen kookgeuren, hoewel de dampende schalen van het continentale ontbijt op nog geen tien meter staan.

Als ik ga staan wankelt mijn hoofd slechts een seconde, en voordat ik een stap kan verzetten sta ik in de lift. Violen, even nietszeggend. Waar is de tijd gebleven waarin ik van de tafel naar de lift liep? In mijn herinnering zie ik die beelden voor me. Hoe ik langs de receptie loop en niemand zie. Hoe ik een glimp van de straat opvang door de glazen schuifdeuren. Een lege straat. Maar de tijd is weg.

De lift zoeft naar de tweede etage. Ik loop de gang op, op weg naar kamer 212. Ik zak ver weg in het bruinrode pluche. Mijn kamerdeur staat op een kier. Had ik die niet dichtgedaan? Ik duw de deur met mijn linkerhand open en zie dat ze op bed ligt. Op haar rug, hoofd naar het voeteneinde, armen gestrekt, ogen gericht op het plafond. Als een laatste pose van een olympische vloeroefening. Ik wil naar haar toe lopen, maar wordt tegengehouden door een tegendruk. Een heftige kracht die uit haar lichaam stroomt. Ik zit aan de vloer vast, een dichte en stug onzichtbare mist belet mij het zijn.



foto: onbekend

zaterdag 9 juli 2011

Onzichtbare voeten

Als ik er eindelijk in slaag uit de lange en verdovende waas van beelden en geluiden te ontsnappen staat de wekkerradio op 06.21. Een lege droom gonst na in mijn hoofd. Op het nachtkastje staat een glas met daarin een laatste slok whiskey, van, naar alle waarschijnlijkheid, het begin van de nacht. Terwijl ik het glas pak en de inhoud achterover sla hoor ik de lift suizen, ping, gedempte voetstappen en gelach op de gang.

De plek naast mij is leeg, op een lichte afdruk van een lichaam na. Er is geslapen, en aan mijn lijf te voelen, meer dan dat. Verder bewijs daarvan kan ik niet ontdekken. Op de vloer zie ik een lichtschemering van onder de deur van de badkamer komen. Mijn blik dwaalt over de vloer, van het bed richting de deur. Langzaam daagt mij de geur, het zijn, van de vrouw in de zwarte jurk. Ik zie natte sporen ontstaan, ze naderen mij, een voor een, onzichtbare voeten die water achterlaten. 

Ik doe mijn ogen dicht, leun achterover, en wacht op wat gaat komen.




foto door Francesca Woodman

vrijdag 1 juli 2011

Vlammen

Om 23.51 zag ik de vrouw eindelijk de hotelbar binnenlopen. (Ik had haar al veel eerder verwacht.) Ze ging aan de uiterste rechterzijde van de notenhouten bar zitten. Even keek ze mij in de spiegel aan, of keek ze langs mij heen?

Ze droeg een zwarte jurk met dunne bandjes over de schouders. Haar huid was gebruind door de zon. Ik beeldde mij in hoe dat zou moeten ruiken. De barkeeper zette een met goud omrand glas voor haar neer en schonk er whiskey in, zonder ijs. Ze kwam hier vaker.

Om 23.59 pakte ze met haar linkerhand haar glas vast, woog het even,walste de gelige vloeistof, keek mij in de spiegel aan, keek weg en leegde het glas in haar mond. Ze hield haar hoofd licht achterover, waardoor haar donkere paardenstaart even op de rand van de barkruk lag. 

Terwijl ze de drank doorslikte keek ze me weer aan. Dit keer niet met het doel weg te kijken, maar om mij in vlammen te doen opgaan.

foto door Joana Linda

zondag 19 juni 2011

Clarence Clemons

Het eerste dat ik vanochtend hoorde toen de wekkerradio zijn voorzichtige tonen de ruimte in resoneerde was dat Clarence Clemons dood is. Wat moet je dan verder nog op een regenachtige zondag?



[11 januari 1942 - 18 juni 2011]




If I should fall behind, wait for me ....

zaterdag 21 mei 2011

H.

What's coming through is alive.
What's holding up is a mirror.


dinsdag 17 mei 2011

Uit de oude doos ....

Het is niet te zeggen
dat het ooit nog over gaat
wellicht dat het alleen maar erger wordt

Uit de novelle in wording ....


Ook jij kwam uit het Noorden, zoals zo velen die liever hier waren. Ook jij bleef hier hangen als de geur van rottende cactusvruchten langs de kant van de weg. Een zoete geur die je nooit weer vergeet en die je nog ruikt als je allang weer weg bent.

Je nam je intrek in hetzelfde hotel. Ik kwam een week eerder, met de zelfde reden: vluchten voor alles wat daar was. Alles waar je steeds meer afkeer van kreeg. Een nietsontziende afkeer die zich diep van binnen innestelt, en die zich hier, in het lome en stille zuiden langzaam losweekt en oplost.

Hier is niets wat ook maar lijkt op een wedstrijd voor de luidst roepende. Hier is alles rots, steen en okergeel. Hier heeft iedereen genoeg aan zichzelf en aan de gezamenlijke liefde voor het landschap, de keuken, het geloof en de muziek. In geen andere volgorde dan deze.

maandag 11 april 2011

Heaven & Earth & Freak Flag

Over 2.464.990 secondes heb ik zeker en langdurig kippenvel, waarschijnlijk tril ik er ook bij, tot op het bot schuddend op de bank. 518.805 secondes later gebeurd het weer. Naar verwachting houd ik twee uur lang mijn ogen stijf dichtgeknepen. Totdat het lang genoeg voorbij is en ik zeker weet dat ik het een tweede keer wel droog houd. Want, welke man laat nu tranen bij het draaien van een cd'tje, bij het vasthouden of zelfs ruiken van het bijgevoegde boekwerkje, het harde plastic van de jewelcase (of misschien is het digipack)?

Op 16 mei 2011 komt album Heaven & Earth van John Martyn uit. Postuum, want hij is niet meer. Totdat Martyn zou de plaat verschijnen onder de naam 'Willing to Work'. Hij had er zin in, ondanks de tegenslagen, moeilijke relaties en gezondheidsproblemen. Nu, naar wens van de zanger, heet het werk 'Heaven & Earth'. Waar ben je, en waar wil je zijn?


Op 10 mei 2011 verschijnt toch redelijk onverwacht een nieuwe plaat van Greg Brown, immers, platen maken boeide niet zo meer. Freak Flag klinkt, hoe kan het ook anders 'as mellow as can be'. Trillende lucht boven het gras .... zullen we straks een appeltaart bakken?

dinsdag 1 februari 2011

Wende Snijders - No. 9

Al dagen achtereen word ik zachtjes in mijn oor gefluisterd.



woensdag 5 januari 2011

Gedicht

Geluk zit in een glas,
hangt desnoods in een boom.
Veranderende kleur in veranderlijke tijd.

Geluk ligt langs de kant
van de weg.
Trilling in de lucht doet versteld staan.

Geluk is kristal
dat zich vormt tot een deken,
warmend aan en onder nul.

Geluk is geen bereik.
Je eigen adem zien
als de dag nog slechts een herinnering is.

Geluk staat gedrukt,
of is in een groef geperst,
samen smelten.
Niets is geluk zonder dat.